maandag 28 september 2009

Lars von Trier, Antichrist (2009)



‘I would like to invite you for a tiny glimpse behind the curtain, a glimpse into the dark world of my imagination: into the nature of my fears, into the nature of Antichrist.’
Lars von Trier

Hoe kaap je een filmfestival? Von Trier is terug. En hoe. Mei dit jaar was zijn nieuwe film Antichrist een succès de scandale op het filmfestival van Cannes. Vier mensen vielen flauw op de première. Tijdens de credits klonk er luid boegeroep en werd er smalend gelachen om de opdracht aan Tarkovski. Terwijl Michael Haneke, die andere grote filmmaker-provocateur van de Europese cinema, naar huis mocht met de Gouden Palm voor Das weiße Band, moest Von Trier, winnaar in 2000 met Dancer in the Dark, de aanvallen van de verontwaardigde Franse pers pareren. Dat deed hij door te zeggen dat hij de film niet had gemaakt voor de verzamelde journalisten of voor een publiek, maar als therapie om uit een twee jaar durende depressie te geraken. In plaats van op de bank naar het plafond te staren, regisseerde hij Antichrist, een filmisch equivalent van De Schreeuw van Munch. Daags na de vertoning, toen de gemoederen wat bedaard waren, bleken de opvattingen verdeeld over de artistieke waarde en het morele gehalte van de film. Is het een compromisloos meesterwerk van een maker die zijn demonen onder ogen durft te komen? Of zijn het de nieuwe kleren van een zelfingenomen vrouwenhater, een pretentieus werkstuk met een al even pretentieuze titel, enkel gemaakt om te shockeren? Over één ding waren vriend en vijand het eens: Antichrist is geen gemakkelijke film om te kijken.

De premisse van de film lijkt op die van Nicholas Roegs magisch-realistische horrorfilm Don’t Look Now uit 1974 over een stel dat na de verdrinking van hun dochtertje naar Venetië gaat, de stad van de dood. In Antichrist verliezen een man (Willem Dafoe) en een vrouw (Charlotte Gainsbourg) hun zoontje Nick. Zij blijven naamloos. In het script worden ze simpelweg aangeduid met Hij en Zij. Om het verlies te verwerken gaan ze naar hun afgelegen boshut genaamd Eden. Wat volgt is een kamerdrama in de natuur over twee gewonde mensen die zichzelf en de ander pijn doen en verminken, uit schuldgevoel, voor straf, opdat de pijn voor even het verdriet verzacht. Hij is therapeut van beroep en besluit haar aan cognitieve gedragstherapie te onderwerpen om haar van haar angsten te genezen. Exposure, dat helpt. Ze moet een lijst maken met dingen waar ze bang voor is. Bovenaan komt het bos rondom Eden. In deze scènes behandelt hij haar uit de hoogte, neerbuigend. Wanneer ze seks wil, wijst hij haar erop dat hij nu haar behandelaar is. De geluiden uit het bos beangstigen haar: ‘The cry of all things that are to die.’ Zijn reactie: ‘That’s all... very touching. If it was a children’s book.’ Hij is rationeel, analytisch, controlerend. Zij daarentegen is hysterisch (ik gebruik het woord bewust van zijn etymologie en geschiedenis, want Von Trier lijkt iets te willen zeggen over het wezen van de vrouw, waarover dadelijk meer). Op een gegeven moment knapt er iets in haar. Wat er gebeurt is dat zij gaat geloven in de waarheid van mannelijke ideeën over de grillige natuur van de vrouw, die zij in haar dissertatie, een work in progress getiteld Gynocide, een soort livre noir of zwartboek van geweld tegen vrouwen door de eeuwen heen, had verzameld.

Het is gruwelijk wat we voor onze netvliezen krijgen. Het Charlotte Gainsbourg-personage mutileert haar man en dan zichzelf. Niet voor niets werd Antichrist in Cannes aangekondigd als een horrorfilm. Maar meer nog dan een aantal bloederige, grand guignol-achtige special effects, is het de gepuncteerde stijl van de film die ervoor zorgt dat hij onder je huid kruipt. De groen-blauwe monochromie van het woud versterkt het hele huis clos-aspect van de film, de teruggetrokkenheid van de personages. We zijn getuige van een katabasis: een afdaling in de hel. Eden is een parallelle wereld, een symbolisch universum, dat niet compleet is zonder bijbehorend bestiarium (met onder andere een sprekende vos). Meester-manipulator Von Trier, die door zijn depressie nog niet in staat was zelf de camera te bedienen, zoals hij gewoon is, en de fotografie overliet aan Anthony Dod Mantle, bouwt de spanning op door nu eens te kiezen voor lange, zorgzuldig geframede, beklemmende tableaus, dan weer voor nerveuze handheld shots als in een Dogma-film.


We all go a little mad sometimes... Maar zo eenvoudig is het niet. Omdat de zij-figuur archetypisch moet worden geduid, als een soort Lilith of anti-Eva, ontkom je er haast niet aan de film te zien als een traktaat over de slechtheid van de vrouw in het algemeen. De psycho-analytische strekking dat het ego van mannen, bij de gratie van een superieure rationaliteit, sterker zou zijn in het reguleren en structureren van het id, terwijl vrouwen een willoos slachtoffer zijn van de instincten diep in hun natuur, maakt de film aanstootgevend. En dan is er nog de alternatieve spelling van Antichrist als Antichris♀.

We kunnen het verwijt van misogynie aan het adres van de filmmaker niet zomaar verwerpen. Dat maakt het natuurlijk geen slechte film, in ieder geval niet in puur esthetisch opzicht. En ter verdediging van Von Trier kan worden aangedragen dat niet alleen de vrouw schuldig is aan de ellende in de wereld. Zij maakt deel uit van een wereld waarin elk wezen zwanger is van de dood. Een terugkerend motief in de film is de val. Meteen in het eerste shot van de film zien we vallende waterdruppels. Nick, het zoontje, tuimelt uit het raam wanneer hij naar de sneeuwvlokken kijkt die uit de hemel vallen. In het bos ploft een naakt kuiken uit een boom en wordt opgegeten door een roofvogel. Er vallen bijbelse hagelstenen. Eikels regenen op een golfplaten dak en roetsjen naar beneden. Zij vertelt dat eiken honderd jaar worden en dat één nakomeling per boom genoeg is voor de soort om voort te bestaan. Zelfs voortplanting gaat gepaard met massaal sterven. ‘De natuur is de kerk van Satan’, weet Zij. Chaos heerst en de schepping is duivelswerk. Kon je bij films als Breaking the Waves, Dancer in the Dark of Dogville, die zich afspelen in kleine, geïsoleerde gemeenschappen, nog denken dat Von Trier de maatschappij de schuld geeft van het onrecht in de wereld, hier veroordeelt de Deen in 109 minuten (104 in de gekuiste versie) de wereld zelf. Want Eden is de wereld. Eden is Eden na de zondeval.

Charlotte Gainsbourg is fenomenaal in wat zo ongeveer de moeilijkste rol voor een actrice ooit moet zijn. Aanvankelijk dacht Von Trier aan Eva Green (wier voor- én achternaam haar voorbestemden voor deze rol), maar haar contract werd te complex, met te veel clausules. Je kunt je er iets bij voorstellen. Gainsbourg ging ervoor en won de juryprijs voor beste actrice in Cannes. De casting van Willem Dafoe is briljant, alleen al omdat hij Jezus speelde in Scorsese’s The Last Temptation of Christ.


Antichrist is een verpletterende film.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten